BBM bezorgde onlangs de bezorgdheden van de mondhygiënist en de korte- en lange termijnvisie van BBM voor een vergoedingsmodel voor mondhygiënisten aan minister van Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie, Mevr. Maggie De Block.

Op 26 november en 5 december werden in de Kamer rechtstreekse vragen gesteld aan minister Maggie De Block. NVA-kamerlid en parodontoloog Frieda Gijbels stelde in samenwerking met BBM enkele vragen. Dit ging onder andere over:

  • de studie die als basis zal dienen voor het zorg- en vergoedingsmodel voor mondhygiënisten,
  • de druk op de laagdrempelige zorg die we moeten bieden en
  • geruchten over controles op de actieve mondhygiënisten.

Antwoorden onder de loupe

Volgens de minister kan de mondhygiënist momenteel perfect aan de slag zoals een andere bachelor waarbij de verrichtingen buiten de verplichte verzekering vallen, zoals vele andere paramedici en andere gezondheidszorgbeoefenaars.
BBM vindt de algemene vergelijking met andere paramedische beroepen te kortzichtig. Appels vergelijkt men namelijk niet met peren, ook al is het beiden fruit. Aanvullend maken we deze bedenking: het verwijderen van tandsteen door een tandarts wordt in terugbetaling voorzien, diezelfde handeling door een mondhygiënist niet. Wanneer dit dan gratis en aanvullend verricht wordt door de mondhygiënist bijvoorbeeld na een mondonderzoek door de tandarts, om de patiënt niet de dupe te laten zijn, leidt dit dan niet tot oneerlijke concurrentievervalsing? Mondhygiënisten kunnen toch niet enkel vrijwilligerswerk gaan verrichten? We willen de preventieve mondzorg niet als luxezorg, maar wanneer de patiënt meer remgeld moet betalen, doet dit een afbreuk aan het doel van het beroep, namelijk betere preventie die toegankelijk is voor een groter deel van de bevolking.

Het onderzoek naar het financieringsmodel, waarbij mondhygiënisten geïntegreerd worden in de tandheelkundige sector, werd opgenomen in de wijzigingsclausule-2019 bij het Nationaal akkoord tandheelkundigen-ziekenfondsen van 2017-2018. De conceptnota die werd uitgewerkt was te sterk georiënteerd op de tandsteenverwijdering.
BBM is tevreden dat Mevr. De Block erkent dat mondhygiënisten ‘meer dan reinigingsnummers’ zijn en dat de werkgroep het breder moet zien dan wat werd voorgesteld. We zijn verheugd te horen dat de minister zal navragen of BBM betrokken kan worden in de uitwerking van dit financieringsmodel. BBM zal met veel motivatie ingaan op de uitnodiging en alle nodige informatie verschaffen vanuit het werkveld. Het lijkt ons niet meer dan logisch dat wij als beroepsvereniging betrokken worden in de besluitvormig die hierrond gebeurt.

Gezien er op dit ogenblik enkel in Vlaanderen mondhygiënisten afgestudeerd zijn, wordt tot nu toe nog geen apart financieringsmodel voorzien om de net afgestudeerde mondhygiënisten te vergoeden voor hun prestaties en de geleverde zorg. In Brussel en Wallonië is de opleiding dit academiejaar gestart.
Kunnen we hieruit concluderen dat we nog minstens 3 jaar moeten wachten op een federaal budget? Hoort Vlaanderen dan niet thuis onder België? Er zijn evengoed Vlaamse afgestudeerden die in Brussel en/of Wallonië willen gaan werken momenteel!

 

De Block onderkent dat een financieringsmodel aan de orde is, maar gezien er nog geen wetenschappelijk onderzoek is naar wat de mondhygiënisten effectief doen er de kans bestaat dat ze enkel tandsteen verwijderen en korte consultaties doen die door de tandarts worden geattesteerd, waarbij ook wordt voorbijgegaan aan de bredere preventieve taken voor de mondhygiënist.
BBM is zeker van mening dat de mondhygiënisten ook zelf weten dat ze veel meer te betekenen hebben dan ‘wat tandsteen verwijderen’. In de praktijk komt dit tot uiting in een stijgende patiënttevredenheid en verminderde werkdruk voor de samenwerkende tandarts. Alle mondhygiënisten en tandartsen weten dat de tandheelkundige nomenclatuur voorbehouden is voor tandheelkundigen en dat de meerwaarde van de mondhygiënist in de praktijk ofwel volledig te betalen is door de patiënt of door de praktijk aangeboden wordt als extra dienstverlening. Zoveel is duidelijk. Dreigen met controle hierop helpt niemand vooruit. Kunnen de tijd en middelen hiervoor niet beter constructief worden ingezet in de opzet voor het nodige onderzoek?

Wordt vervolgd….

     

    Lees meer